07 Januari 2020
De schrik zat er goed in.
Vanuit de meldkamer politie Epe, werden wij, 1 collega uit Epe en 1 ondersteunende collega uit Apeldoorn gevraagd om te gaan naar een kruising in Epe, waar een ernstige aanrijding met letsel had plaatsgevonden . We vertrokken vanuit bureau Epe, met optische- en geluidsignalen, over de Heerderweg in zuidelijke richting. Op het moment dat wij over deze voorrangsweg reden, zag ik vanuit een zijweg een gele Volkswagen Kever, voor mij de weg oprijden. Wij waren deze kruising slechts op enkele tientallen meters genaderd. Er restte mij – als chauffeur – niets anders dan links om de kever te rijden . De bestuurder van de Kever dacht kennelijk hetzelfde: Naar links gaan. Dit maakte, dat ik met onze Volvo de stoep moest oprijden om een aanrijding te voorkomen, precies tussen een lantaarnpaal en de gevel van één van de woonhuizen door, om uiteindelijke – met het nog steeds volledige “orkest” in werking – in de tuin van één van die huizen tot stilstand te komen . Ik keek op dat moment recht in de kamer van de bewoner. Ik zag, dat de man zijn concentratie op de krant onderbrak en vanachter zijn krant ons in het gezicht aankeek. De collega uit Apeldoorn riep tijdens de laatste fase van deze rit: “Zag je die lantaarnpaal. Zag je die lantaarnpaal.” Kennelijk had die veel indruk op hem gemaakt. Eindresultaat was dat we niet meer naar de melding konden, want de voortrein van de auto was engszins misvormd. De auto bleek later totall los te zijn. Het gezicht van de bewoner en de reactie van de collega uit Apeldoorn vergeet ik nooit meer.
Jos van der Kolk.