Anekdotes

07 Augustus 2019

Geheim agent Max, collega van James Bond.

Het was een warme zomerdag in het begin van de jaren zeventig. In de agentenwacht van ons bureau aan de Deventerstraat hing, zoals in die tijd gebruikelijk, de dagelijkse dienstlijst die door brigadier Jan Tabak was samengesteld. Per dag werd door hem dit grote formulier met de hand ingevuld en iedere collega , die die dag dienst had , kon precies zien wat er die dag van hem of haar werd verwacht. Op de lijst stonden allerlei voor ons bekende tekens en teksten, die inhielden wat iedere collega die dag moest doen.

Die bewuste morgen stond ook ik voor de dienstlijst en zag dat voor mij tussen elf en twaalf een “surveillancerondje Hoofdstraat” stond ingepland. Op de lijst stond bij mijn naam voor dat uur een groene hoofdletter H ingevuld en dat betekende voor mij een uurtje surveilleren in het centrum. Bewapend met een portofoon, met meestal een slecht bereik, wandelde ik richting het centrum van onze stad waarbij van mij werd verwacht dat ik toeristen de weg wees en daar waar nodig verbaliserend optrad tegen verkeerszondaars.

In principe was de Hoofdstraat het eigenlijke surveillancegebied, maar via de Beekstraat kwam ik terecht op de hoek bij de Stationsstraat en daar gebeurde het volgende:

Een aantal passanten stond gniffelend te kijken naar een voor mij onbekende man, die gehurkt achter een geparkeerde auto zat. Voor de temperatuur van die dag was de man opvallend gekleed. Hij droeg een donkere lange winterjas en een zwarte pet met grote oorkleppen sierde zijn hoofd. Met een grote zonnebril waren zijn ogen afgeschermd en het leek alsof hij in zichzelf zat te praten.

Plotseling ging hij staan en maakte aanstalten om weg te rennen met als gevolg dat een naderende auto met gierende banden tot stilstand kwam. De man schrok en dook weer achter de geparkeerde auto en gehurkt keek hij angstvallig om zich heen. Ik ging gehurkt naast hem zitten en vroeg hem wat hij aan het doen was. Het antwoord was verrassend. Hij was geheim agent genaamd Max, een collega van James Bond en hij was een spion aan het volgen. Het was voor mij niet moeilijk om de inschatting te maken dat Max een verstandelijke beperking had en dat het voor zijn veiligheid beter was dat hij van straat werd gehaald. Max bleef schichtig om zich heen kijken en bleef in zijn rol van geheim agent. Rustig zei ik tegen hem: “Kom Max, ga maar met me mee dan gaan we samen die spion volgen”. Zonder verdere problemen liep hij mee over het Marktplein naar ons bureau aan de Deventerstraat.

Ik bracht hem naar de ons bekende passantenkamer en vroeg aan collega’s of iemand deze man kende. Helaas was dat niet het geval en ik probeerde Max zo ver te krijgen dat hij zou vertellen wie hij echt was en waar hij vandaan kwam. Maar dat had niet direct het gewenste resultaat. Hij was geheim agent en een collega van James Bond en voor de rest moest ik het maar uitzoeken. Op mijn verzoek zette Max zijn pet af en deed hij zijn winterjas uit. Hij was zwaar bezweet en ik weet nog dat hij ondanks de hitte geen koffie of water wilde. Hij was bang dat ik hem wilde vergiftigen. Om zijn nek droeg hij een kleine verrekijker en onderzoek van zijn winterjas leverde verrassende zaken op. Aan de binnenkant van de jas waren op een provisorische manier allerlei touwtjes vastgemaakt en aan die touwtjes hingen attributen zoals een schroevendraaier, een kleine zaklamp en een bosje touw. Allemaal zaken die volgens Max hoorden bij de uitrusting van een geheim agent. Gelukkig vond ik ook een treinkaartje waaruit ik kon afleiden dat hij wellicht die dag vanuit Hilversum was vertrokken. Contact met de politie Hilversum leverde gelijk resultaat op. Max was weggelopen uit een gesloten inrichting gevestigd in Hilversum en vanuit deze instelling zou men hem zo snel mogelijk komen halen. In afwachting van de komst van een personeelslid van deze inrichting bleef Max ons intensief bezighouden met zijn onsamenhangende verhalen over zijn jarenlange ervaring als geheim agent en ik werd uitgenodigd om een keer met hem mee te gaan, maar ik moest dan wel een donkere aangepaste winterjas en een pet meenemen. Van het personeelslid van de inrichting die Max kwam halen kreeg ik te horen dat Max constant met zijn rol als geheim agent bezig was en dat hij, wanneer hij de kans kreeg, wegliep een treinkaartje kocht en het land introk. Zeer onder de indruk nam ik afscheid van Max, de collega van 007.

Dit voorval is één van de vele ervaringen uit mijn periode bij de surveillancedienst waar ik af en toe nog wel eens met een glimlach aan terugdenk.

Joop Hoekman.