Anekdotes

04 Juni 2020

Artikel De Stentor
(Brummenaar Wim Jans brengt na lange speurtocht 80 jaar oud notitieboekje naar dochter van politieagent)

Brummenaar Wim Jans (68) brengt vandaag na een lange speurtocht een bijzonder bezoek aan Lies Deij in Hilversum. Hij overhandigt de 88-jarige dame een notitieboekje uit 1940 van haar vader Johannes Daniël, die in de oorlogsjaren politieagent was in Brummen. Een vriend van Lies Deij uit de oorlogsjaren bracht Jans op het goede spoor.

Die vriend heet Ries van Olderen. Net als Deij is hij 88 jaar en woont hij in Hilversum. Van Olderen is in het laatste weekend van mei benaderd door Jans en denkt te weten in welk flatgebouw Deij woont. Hij post daar een tijdlang, als een ware privé-detective. Wachtend tot de centrale toegangsdeur opengaat, opdat hij naar binnen kan glippen om de namen op de brievenbussen te checken. Als eindelijk iemand de flatdeur opent, ziet Van Olderen zijn kans schoon: binnen! Zijn ogen glijden over de naambordjes. Omhoog, omlaag… Naar links, naar rechts… Bingo: Lies Deij! Van Olderen mailt naar Jans: Lies is gevonden!

Brummen, ruim anderhalve week later. Jans doet zijn wonderlijke verhaal in zijn zonovergoten achtertuin. Het verhaal dat zes weken geleden begon, toen hij het mysterieuze notitieboekje in handen kreeg. Op de voorkant staat een vrijwel onleesbare handtekening.

Hoe bent u aan het boekje gekomen?
Wim Jans: ,,Goede vrienden uit Brabant kochten een jaar of drie geleden een woning in Brummen, aan de Zutphensestraat. Ze verbouwden het tot b&b (bed & breakfast, red.) en vonden het boekje achter het dakbeschot. Ze bewaarden het, maar verdiepten zich er niet in. Tot ze het boekje zes weken geleden weer tegenkwamen. Ze bladerden het door en dachten: ‘Dit was ooit van een politieagent, dit is misschien iets voor Wim’. Ik heb decennialang bij de politie gewerkt en tien jaar voor het Openbaar Ministerie in Zutphen. En mijn vader was ook politieagent. Toen ze mij dat boekje brachten, was ik meteen getriggerd.’’ Jans pakt het boekje erbij. Toont de amper leesbare handtekening op de voorkant. Op het eerste blaadje een datum: 23 februari 1940. Bladert naar een slordige potloodtekening. ,,Kijk: een verkeerssituatie bij een ongeluk met twee auto’s.’’ Bladert verder. ,,En hier: de getuigenverklaringen van dat ongeluk.’’ Haalt vervolgens een bonnetje uit het boekje. ,,Een stortingsbewijs van de toenmalige postchequegirodienst: 95 cent contributie voor de Algemene Nederlandse Politiebond.’’ Op het bewijs dezelfde handtekening, maar dan veel beter leesbaar: J.D. Deij.

U ontcijferde de naam zes weken geleden en had een startpunt voor een diepgaand onderzoek.
,,Dat kun je wel stellen. Mijn eerste doel was om die handtekening te ontcijferen. Toen dat eenmaal met dat bonnetje was gelukt, werd de speurder in mij wakker. Ik wilde alles weten over deze man en startte een zoektocht op internet. Ik kwam erachter dat hij voluit Johannes Daniël Deij heette, inderdaad aan de Zutphensestraat in Brummen had gewoond en in 1992 op 86-jarige leeftijd overleed. Ik benaderde de politiebond, maar daar wilden ze niet meewerken. Ook kreeg ik hulp van Brummense vrienden die bijna alles weten over onze plaats en haar geschiedenis. Een van hen, ons dorpsorakel Bertus Straalman, had ooit in de klas gezeten bij Deij’s jongste dochter, Jannie. En ik vond een stamboom van de familie Deij op een genealogiesite en stuurde de maakster daarvan een berichtje. Zij heeft daar nog niet op gereageerd.’’

De sporen liepen dood?
,,Ja. Ik kon niets vinden over dochter Jannie. Een andere Brummense vriend, Arie van der Velde, tipte mij om eens bij mijn oude overbuurman meneer Zweers langs te gaan. Die was in de oorlogsjaren bakker en weet ook veel van de Brummense geschiedenis. Ik bezocht meneer Zweers en dat was een schot in de roos. Hij had in de oorlogsjaren een bakkersknecht: Dick van Olderen. Volgens meneer Zweers was Deij’s oudste dochter Lies in die tijd verliefd op Dick. Niets serieus, echt een kalverliefde. Maar ik had weer een aanknopingspunt. Meneer Zweers gaf me het nummer van Dick. Ik belde hem, maar hij wist zich niets te herinneren. Maar hij had wel het telefoonnummer van zijn broer Ries voor me. Die kon mij misschien verder helpen.’’

Toen raakte alles in een stroomversnelling?
,,Ja. Ik belde Ries van Olderen op zaterdag 23 mei en hij kon zich de oorlogsjaren goed herinneren. Hij was meteen dolenthousiast. Hij woont net als Lies in Hilversum en was haar daar wel eens tegengekomen. Ries kwam dus als een soort detective achter haar adres en stuurde me een mailtje. Ik mailde hem het verhaal van mijn zoektocht terug, plus mijn telefoonnummer. Ries printte dat verhaal en gooide het bij Lies in de brievenbus. Dat was vorige week maandag. De volgende ochtend belde Lies me om half elf.’’

Wat was dat voor gesprek?
,,Het was geweldig. Lies was dolenthousiast en er kwamen meteen herinneringen bij haar boven. Ze is al 88, maar nog zeer helder. Of ze inderdaad in de oorlog verliefd was op Dick? Daar hebben we het nog niet over gehad. Ik ga donderdagochtend (vandaag, red.) bij haar op bezoek, met het boekje. Dat wil ze graag hebben. Ik kijk ernaar uit om haar te ontmoeten en met haar te praten over haar Brummense jaren. ’s Middags ga ik op de koffie bij Ries. Ook daar verheug ik me op. Het was een wonderlijke, complexe en boeiende zoektocht. Gelukkig met een happy end.’’ Lies Deij: ‘Ik was inderdaad verliefd op Dick, maar dat was vluchtig’. Lies Deij vindt het geweldig dat het notitieboekje van haar vader bij haar belandt dankzij de speurtocht van Wim Jans. ,,Heel bijzonder dat Wim al die moeite heeft gedaan. Ik ben erg benieuwd naar wat er in dat boekje staat. Wij woonden van 1935 tot en met 1946 in Brummen. Ik beleefde daar het grootste deel van mijn jeugd. Toen we vanwege het werk van mijn vader verhuisden naar Arnhem, was ik een jaar of dertien. Daarna belandden we via Amsterdam in Badhoevedorp.’’ Was Deij als puber inderdaad verkikkerd op Dick van Olderen? ,,Ja, maar dat was vluchtig hoor, die verliefdheid duurde maar een half jaartje of zo. Dick en Ries maakten deel uit van een grote vriendengroep. We deden van alles samen, zoals zwemmen in de IJssel. Ik had in Brummen een prachtige tijd. Nadat we vertrokken, verwaterde het contact met al die vrienden. Veel later kwam ik Ries nog wel eens tegen in Hilversum. Maar ook dat verwaterde een beetje.’’

Ook Ries van Olderen herinnert zich zijn jeugd in Brummen nog heel goed. ,,Mijn ouders brachten mij en mijn broer Dick in de oorlog van Zeist naar Brummen, op een zogeheten hongertocht. Ze konden in Zeist alleen maar voedsel op de bon krijgen en we hadden amper te eten. Dick en ik kregen in Brummen een gastadres en goed te eten. Onze ouders keerden terug naar Zeist waar ze de voedselbonnen van Dick en mij voor zichzelf konden gebruiken.’’ Van Olderen beleefde een mooie tijd in Brummen. ,,Die tijd, het belangrijkste deel van mijn jeugd, zal ik nooit vergeten. We maakten vrienden, genoten van het leven en maakten in Brummen de bevrijding mee. Zoiets blijft je altijd bij. We waren uiteraard blij dat we na de oorlog in Zeist werden herenigd met onze ouders. Maar we hadden het in de jaren daarvoor prima getroffen in Brummen. Ik kijk er naar uit om Wim Jans te ontmoeten. Ik hoop dat we lekker kunnen kletsen over Brummen en dat dan de geschiedenis weer gaat leven.’’